Geschiedenis Liechtenstein 

De geschiedenis van Liechtenstein gaat terug naar het jaar 1342. Toen werd het graafschap Vaduz gesticht. In 1396 werd het graafschap rijksvrij. In het jaar 1699 kocht vorst Johann Adam Andreas het landgoed Schellenberg en het graafschap Vaduz in 1712. Vorst Johann Adam Andreas wilde met de aankoop van Schellenberg en Vaduz voor elkaar krijgen, dat hij een zetel kon krijgen in de regering van het machtige Heilige Roomse Rijk.

Keizer Karel maakte in 1719 van deze gebieden een vorstendom. In het jaar 1806 werd Liechtenstein onafhankelijk. Zij behield deze status, ondanks het feit dat het tot 1815 lid was van de Rijnbond en tot 1866 behoorde tot de Duitse Bond. In 1852 sloot Liechtenstein een douane verdrag met Oostenrijk en werd de eerste grondwet van kracht. Aan de intensieve samenwerking met Oostenrijk en het douane verdrag kwam in 1919 een einde.

Nadat in 1921 een nieuwe grondwet was aangenomen sloot men met Zwitserland in 1924 een douane- en monetaire unie. Deze unie had tot gevolg, dat de Zwitserse Frank ook de munteenheid werd van Liechtenstein. Dankzij deze unie kon het in de Tweede Wereldoorlog neutraal blijven. Na deze wereldoorlog bleef Liechtenstein de ingezette koers volgen en kon het zich, dankzij een gunstig belastingklimaat en een strikt bankgeheim, ontwikkelen tot het land met de hoogste levensstandaard binnen Europa.

geschiedenis Liechtenstein © Liechtenstein Marketing / Martin Walser

footer logo waarheen met vakantie
Airlines
Touroperators
Ferries

Meer organisaties tonen